Geschiedenis van de voetbalvereniging HVO

 

Personeelsorgaan Havenbedrijf Vlaardingen Oost, maart 1966

 

Deel 1

 

 

Zo omstreeks het jaar 1927 waren er bij het Havenbedrijf Vlaardingen Oost verschillende werknemers, vooral bij de bootwerkers, die hun wacht- of schafttijd verkorten met een partijtje voetbal tegen elkaar. Immers, de bootwerkers moesten dikwijls wachten op het binnenlopen van é é n of andere vrachtboot, welke geladen of gelost moest worden. Als voetbalterrein gebruikte men een stuk grond rechts van de haven dicht bij de Maas gelegen, war vrij vlak was met zelfs hier en daar een grasspriet, maar toch geschikt voor hun doel.

Het altijd tegen elkaar spelen was wel leuk, maar na verloop van tijd wilde men toch ook wel zijn krachten eens gaan meten met anderen.

 

In die tijd waren er verschillende bedrijven en zelfs buurtschappen die een eigen voetbalelftal hadden en nadat men zich verzekerd had van de medewerking van het kantoor, besloot men gezamenlijk een voetbalclub op te richten, wat dan ook geschiedde op 4 april 1928 en vanzelfsprekend werd de naam voetbalvereniging (H)havenbedrijf (V)laardingen (O)ost.

Men mocht van de heer Jonker het veld bij de Maaskant gaan gebruiken, er werden dus een paar echte doelen neergezet met de nodige hoekvlaggen, een bal was er al en toen men de bij het veld staande schuur een gedeelte in mocht richten voor kleedgelegenheid, waren de oprichters, o.a. de heren W. v.d. Eykhof, Z.A. Bronnewasser, E.A. Bongers, D. Hartman, D.A. Torn en J. Visser dik tevreden.

Wat de wedstrijden betreft: dat was niet moeilijk. Immers met een eigen veld kreeg men vrij veel wedstrijden en zo werden op zaterdagmiddag de zomeravonden (we hadden toen nog zomertijd) de nodige partijtjes gevoetbald en werd er tijdens de rust een kopje thee geschonken door Dirk Ploeg.

 

Voor de zaterdagvoetbal had men in de jaren de (N)ederlandse (V)oetbal (B)ond en voor de zaterdagmiddagvoetballers de Christelijke voetbalbond, welke landelijk was en verder de kleinere plaatselijke voetbalbonden o.a. in Rotterdam, Den Haag en Breda met omstreken.

Voor Vlaardingen hadden de bestaande bonden het nadeel, dat de uitwedstrijden in competitieverband voor en zaterdagmiddag te ver waren omdat men, wat het vervoer betreft, praktisch alleen op de fiets was aangewezen.

Toen dan ook op 1 september 1929 de (Z)aterdagmiddag (A)mateurs ©ompetitie werd opgericht, welke de gemeenten Schiedam, Vlaardingen Maassluis en omstreken bestreek, werd HVO daar direct lid van. Zo ging dus HVO de competitie in met nog zes andere elftallen, en gezien de kleine afdeling besloot men drie keer tegen elkaar te voetballen. Toen de ZAC eenmaal draaide bleek zij in een behoefte te voorzien, immers er traden al spoedig vele verenigingen toe en ook van de clubs werd het aantal spelers steeds groter. Zo ook bij HVO. Die had al gauw een 20-tal spelers , wat voor é é n elftal te veel was, zodat werd besloten om in de competitie 1930-1931 met twee elftallen uit te komen.

Tot nu toe waren alle HVO-voetballers werkzaam bij het bedrijf, maar om nu het tekort aan spelers voor het tweede elftal aan te vullen nam men ook spelers aan van buiten het bedrijf. Dit lukte nogal vlot en vanzelfsprekend moest er toen voor het tweede elftal een oefenwedstrijd worden vastgesteld om te kijken wat voor vlees men in de kuip had. Als tegenstander koos men (B)ouw(V)ak (A)rbeiders 2.

Onder het toeziend oog van verschillende bestuursleden en eerste elftalspelers betraden de elftallen het veld en bleek, dat door misverstand BVA 1 stond aangetreden.

Zo kon het gebeuren, dat, hoewel het elftal versterkt was met onze eerste elftalspeler Dirk Ploeg en ondanks de met te grote voetbalschoenen (van broer Henk) spelende Wout Barendregt, die voor HVO zijn eerste wedstrijd speelde, met 11-1 werd verloren.

Onze Dirk zat het na de tiende goal al niet erg lekker meer. Hij werd, vond hij, te weinig in het spel betrokken, en toen dan ook de bal, die voor hem bedoeld was, door de rechtsachter van de tegenpartij werd onderschept, gaf Dirk zeer terecht deze een schop onder zijn zitvlak. Deze rechtsachter en de scheidrechter zagen het geval bepaald met andere ogen, maar na wat heen en weer gepraat ging de wedstrijd gewoon door.

Met deze twee elftallen is HVO de eerste jaren blijven voetballen, het eerste elftal was een gevreesde tegenstander en werd menigmaal kampioen van de ZAC. Naast de zaterdagmiddagcompetitie schreef HVO ook in bij de inmiddels opgerichte (S)chiedamse (Z)zomeravond (©)ompetitie, zodat men ook voor de zomeravonden (zomertijd) van wedstrijden verzekerd was. Vooral voor deze competitie schreven dikwijls zeer sterke elftallen in, dat kwam omdat men toen nog vrij en ongehinderd gebruik mocht maken van voetbalkrachten welke normaal in de zondagvoetbal uitkwamen. Deze wedstrijden waren dikwijls zeer hard en trokken misschien juist daarom veel belangstelling.

Na afloop van de competitie werd het geheel afgesloten met een feestavond in Schiedam, waar tevens de behaalde prijzen werden uitgereikt, en ook daar werd de aanvoerder van HVO op het podium geroepen voor het in ontvangst nemen van de gewonnen prijzen. Verder werd nog deel genomen aan verschillende Paas- of Pinkstertoernooien of gingen we op de feestdagen een dagje uit met de dames, waarbij dan op zo’n dag het eerste elftal nog een wedstrijd speelde. Vooral deze reisjes, meestal per autobus ondernomen, vielen zeer in de smaak maar waren ook toen veelal kostbaar. Zo omstreeks ons eerste lustrum zag het eerste elftal er als volgt uit:

 

A. v.d. Vlies

 

C. v.d. Linden H. Barendregt

 

L. Zonruiter P. v.d. Berg (aanv.) D. Ploeg

 

T. Hakker N. v.d. Lely W. Barendregt J. v.d. Walle K. Assenberg

 

Volgende