Schiedam

 

Schiedam ontstond bij de monding van de Schie, waar in 1250 door ambachtsheer Dirk Bokel een dam werd aangelegd. Schiedam kreeg in 1275 stadsrechten die werden verleend door een zus van graaf Willem II van Holland, Aleid van Holland. 

 

De 18de eeuw was een goede tijd voor het stadje, door branderijen en distilleerderijen werd de Schiedamse jenever wereldberoemd. De jeneverindustrie is vrijwel geheel verdwenen, alleen de vijf korenmolens herinneren nog aan die tijd.

Passage uit ‘De eeuw vaan mijn vader‘; door Geert Mak: “Schiedam, beter bekend als Zwart Nazareth, was, rond 1900, een kil rooknest aan de monding van de grootste rivier van het land. De mensen leefden er grotendeels van de jeneverfabrieken. Brandersknechten vulden, wanneer ze naar huis gingen, hun drinkblikjes met sterkedrank om de avond te verlichten.

Teer en touw, dat moeten bijna zeker de eerste geuren zijn geweest die mijn vader rook. Vers, nieuwe touw, zeildoek en teer. Dan was er de geur van zout en golven, van de grootzeilen, schoenerzeilen, fokken, bramzeilen, razeilen en stormfokken die in de werkplaats te drogen hingen. De wind in de kastanjes, het schuren van de schoeners en de kotters aan de kade, de stoten van de zware scheepshoorns, tweemaal, in de verte het gefluister van hekgolven en stoommachines, een vreemd, ver, glanzend verlicht paleis dat voorbijvoer, weg naar een andere wereld.”

 

In de 20ste eeuw werd Schiedam bekend om zijn scheepswerven, vooral Wilton-Fijenoord had een bekende klank in de scheepsbouwwereld. De meeste scheepswerven zijn uit de stad verdwenen. De historische binnenstad van Schiedam trekt veel toeristen uit binnen- en buitenland.


 

 

 

 

Volgende