Rotterdam, aanleg havens

 

Tekeningen van Koos Prooi

 

Na de Tweede Wereldoorlog is Rotterdam de motor waarop de Nederlandse economie wordt voortgestuwd. De havencapaciteit moet groter worden. Zo ontstaat in 1947 het Botlekplan, het omvat een gebied op de oostpunt van het eiland Rozenburg en een driehoekig gebied tussen de Oude Maas en de Botlek ten noorden van een al bestaand stuk Hartelkanaal en behorend tot het eiland Voorne-Putten. Een probleem is dat het Botlekgebied gelegen is op grondgebied van drie gemeenten. Er is echter een goede verstandhouding tussen het Gemeentelijk Havenbedrijf van Rotterdam en de burgemeesters van Spijkenisse, Rozenburg en Heenvliet/Geervliet: respectievelijk de heren Bliek, Aschoff en Vijgeboom.

 

Tien jaar later blijkt de Botlek te klein en kijkt men verder richting zee. In 1957 gaat de gemeenteraad van Rotterdam akkoord met een groots plan: het plan Europoort, waarvan het eiland Rozenburg deel uitmaakt. Intussen waren ook met de regering onderhandelingen begonnen over het plan voor een haven op de westpunt van het eiland Rozenburg. Deze haven is gepland in het gebied van de grote landbouwonderneming, de Vereniging tot Landverbetering, met een oppervlakte van 600 ha. Deze onderneming kan daardoor in één keer worden onteigend. Bijzonder snel worden met de werkzaamheden begonnen. Dit tempo van havenaanleg maakte het mogelijk dat de BP-raffinaderij kan worden gevestigd in Europoort, maar alleen op het voormalige natuurreservaat De Beer. De gronden waren eigendom van Rotterdam, maar de onteigende gronden vielen onder die gemeenten van wie de grond was onteigend. Over het water van de Botlek, Hartel, Brielse Meer en een deel van de Nieuwe Waterweg kreeg Rotterdam evenmin zeggenschap.

 

Voor de kust wordt de Maasvlakte opgespoten. In de lengte van het eiland worden twee kanalen gegraven: het Calandkanaal en het Hartelkanaal. Een aantal petroleumhavens vormen samen het Calandkanaal dat eindigt in de Brittanniëhaven. Het Hartelkanaal vormt de verbinding tussen de Maasvlakte en de Oude Maas. De vrijgekomen bagger wordt gebruikt om het eiland vijf meter op te hogen.

 

De nieuwe industrie trekt duizenden mensen aan en voor die nieuwe bewoners moeten huizen worden gebouwd. Het dorp Rozenburg stevent af op 15.000 inwoners. Met Blankenburg loopt het slechter af. Op 23 november 1960 ontvingen de bewoners van het buurtschap een brief van de gemeente Rotterdam, waarin wordt aankondigt dat zij zullen worden onteigend. Vijf jaar later, op 13 november 1965, verlieten de laatste inwoners hun huis in Blankenburg, dat 360 jaar heeft bestaan.


Europoort, Breeddiep.

 

Botlek, Botlekweg.

 

Europoort, Insteekhaven.

 

Botlek, Botlekweg.

 

Europoort, De Beer.

 

Botlek, Botlekweg.

 

Europoort, aanleg van de Elbehaven.

 

Volgende