Maassluis.
't Hoofd
Herinneringen aan ’t Hoofd door Jo (1922-2002)
Leen (1891-1991) en Alie (1894-1989) zijn in hun lange leven meermalen verhuisd in Maassluis. Na hun trouwen in 1917 zijn zij gaan wonen op de hoek van de Generaal de Wetstraat en de Joubertstraat. In 1927 vertrok het gezin naar de Mathijs van Heelstraat en weer wat later werd er een woning betrokken in de Adriaan van Heelstraat. Behalve het gezin van Leen woonden in die tijd in de Mathijs van Heelstraat de ouders van Leen, Machiel en Petronella; een broer van Leen, Aai (Arie), die getrouwd was met Cornelia; Piet die getrouwd was met Dith, zwager en zus van Alida; Gerrit die getrouwd was met Pietje die een nicht was van Leen. Leen en Alie kregen vijf kinderen: drie zoons en twee dochters. De kinderen werden in de Grote Kerk gedoopt: de dochters door dominee Kloots. Toen de bevalling van de jongste dochter aan de gang was, had haar vader de klok een uur vooruit gezet. Op die manier wilde hij zijn oudste zoon de deur uitwerken die op die ochtend naar zijn werk ging, maar wel een uur te vroeg.
Wij woonden vanaf 1929 tot en met 1935 op nummer 15 in de Adriaan Van Heelstraat, vroeger ook wel de Parallelweg genoemd, Deze straat liep parallel aan de spoorlijn Rotterdam - Hoek van Holland) daarna verhuisden we naar de Noorddijk, waar we tot aan het bombardement op 18 maart 1943 hebben gewoond. Mijn oudste zus is in 1932 in de Adriaan van Heelstraat geboren, mijn jongste zus in 1935. De jongste zus verhuisde destijds in een kinderwagen naar de Noorddijk, de andere moest lopen die was toen drie jaar.
Een stukje verderop in de Adriaan van Heelstraat was de ingang van de firma Key, toen nog zonder Kramer. In deze fabriek werd asfalt gefabriceerd voor de wegenbouw. Het asfalt werd gemaakt in de vorm van broodjes en die werden op het fabrieksterrein opgestapeld. In een loods stond een stoomwals geparkeerd. Deze wals werd gebruikt om het asfalt stevig aan te drukken bij de aanleg van wegen. Bij Key haalden we kruiwagens, die overal op het terrein stonden, om bries (kolengruis) te gaan halen bij de gasfabriek op de hoek van de Haven en de Havenstraat. Op woensdag en donderdag kon je bij de gasfabriek bries kopen. Je moest eerst een bonnetje gaan halen op het kantoor van de gasfabriek en daar betalen voor het aantal zakken bries, dat werd gekocht. In de gasfabriek werd de bries in halvemud zakken gestort. Omdat het met die zware zakken bries best een eindje lopen was naar de Adriaan van Heelstraat en wij die zakken amper konden dragen, namen we ongevraagd de kruiwagens van Key mee naar de gasfabriek voor het transport van het zwarte spul naar ’t Hoofd.
Mijn vader had eens de trekbel bij de voordeur vervangen door een elektrische bel. Wij dachten dat het uit afgunst was dat er dikwijls op onze nieuwe bel werd gedrukt en er dan niemand aan de deur stond. Zelfs midden in de nacht werd er op onze bel gedrukt. Vader heeft zelfs ’s nachts op wacht gestaan om de snoodaard op heterdaad te betrappen die onze nachtrust verstoorde. Later bleek er een snoertje los te zitten in de elektrische bel, zodat, wanneer er een trein de Adriaan van Heelstraat voorbij denderde, er contact werd gemaakt en de bel begon te rinkelen, ook ’s nachts als de nachttrein voorbij ons huis raasde.
Net als zoveel andere jongens in die tijd, hing de jongste zoon soms achterop een paard-en-wagen van een groenteboer, met de handen aan de aardappelbak en de voeten op de achteras van de groentekar. Dan werd er wel eens een winterpeen of een appeltje gepikt tijdens zo’n illegale rit, waarbij de koetsier niet zelden zijn zweep gebruikte om de kwajongens van zijn kar te verjagen. Een politieagent belde eens aan bij het ouderlijke huis in de Adriaan van Heelstraat, om zijn moeder te onderhouden over het gedrag van haar zoontje die iets gepikt zou hebben van de kar van de groenteboer. De wetsdienaar duwde tegen de half geopende voordeur om zich toegang te verschaffen tot het woonhuis. Zijn moeder, voor de duvel niet bang, duwde even hard terug aan de andere kant van de deur, onder het roepen van: ‘Ga weg, lelijke man!’
De panden aan de Adriaan van Heelstraat zijn gesloopt voor de aanleg van dijkversterkingen van de Deltawerken. Vanaf de spoorwegovergang loopt er nu een brede weg naar de aanlegsteiger van de veerpont Maassluis - Rozenburg. Wanneer je eventueel met de pont meegaat, denk dan aan mij en mijn kruiwagen met bries die ik als schooljongen moest gaan ophalen bij de gasfabriek.